1 Koningen 18:31

31 En Elia nam twaalf stenen, naar het getal der stammen van de kinderen Jakobs, tot welke het woord des HEEREN geschied was, zeggende: Israel zal uw naam zijn.

1 Koningen 18:31 Meaning and Commentary

1 Kings 18:31

And Elijah took twelve stones, according to the number of the
tribes of the sons of Jacob
Which he might very easily come at from the mountain:

unto whom the word of the Lord came, saying, Israel shall be thy name,
which signifies one that has power with God, as Jacob had, when the word came to him to make a change in his name at Penuel, ( Genesis 32:28 ) , and as Elijah hoped and believed he should have at this time, being a prophet, and a worshipper of Israel's God.

1 Koningen 18:31 In-Context

29 Het geschiedde nu, als de middag voorbij was, dat zij profeteerden totdat men het spijsoffer zou offeren; maar er was geen stem, en geen antwoorder, en geen opmerking.
30 Toen zeide Elia tot het ganse volk: Nadert tot mij. En al het volk naderde tot hem; en hij heelde het altaar des HEEREN, dat verbroken was.
31 En Elia nam twaalf stenen, naar het getal der stammen van de kinderen Jakobs, tot welke het woord des HEEREN geschied was, zeggende: Israel zal uw naam zijn.
32 En hij bouwde met die stenen het altaar in den Naam des HEEREN; daarna maakte hij een groeve rondom het altaar, naar de wijdte van twee maten zaads.
33 En hij schikte het hout, en deelde den var in stukken, en legde hem op het hout.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.