1 Koningen 2:40

40 Toen maakte zich Simei op, en zadelde zijn ezel, en toog heen naar Gath tot Achis, om zijn knechten te zoeken; zo toog Simei heen, en bracht zijn knechten van Gath.

1 Koningen 2:40 Meaning and Commentary

1 Kings 2:40

And Shimei arose, and saddled his ass, and went to Gath to
Achish to seek his servants
And demand them; through the passion he was in with his servants, and his hurry to get them home, and the covetous disposition which prevailed on him, he might forget, or be tempted to neglect, the prohibition he was under not to go out of Jerusalem; or he might think Solomon had forgot it; or that he could come and go secretly without his knowledge; or if he should know of it, he might hope he would never punish him with death for so small a fault; however, so it was ordered by the providence of God leaving him to his own lust, and the temptations of Satan, that he might suffer just punishment for cursing David:

and Shimei went and brought his servants from Gath;
for the king being at peace with Israel, and a tributary to them also, did not choose to detain them, but delivered them up lest it should be resented, and bring him into trouble.

1 Koningen 2:40 In-Context

38 En Simei zeide tot den koning: Dat woord is goed; gelijk als mijn heer de koning gesproken heeft, alzo zal uw knecht doen. En Simei woonde te Jeruzalem vele dagen.
39 Doch het geschiedde met het einde van drie jaren, dat twee knechten van Simei wegliepen tot Achis, den zoon van Maacha, den koning van Gath; en men gaf het Simei te kennen, zeggende: Zie, uw knechten zijn in Gath.
40 Toen maakte zich Simei op, en zadelde zijn ezel, en toog heen naar Gath tot Achis, om zijn knechten te zoeken; zo toog Simei heen, en bracht zijn knechten van Gath.
41 En het werd Salomo aangezegd, dat Simei uit Jeruzalem naar Gath getogen, en wedergekomen was.
42 Toen zond de koning, en riep Simei, en zeide tot hem: Heb ik u niet beedigd bij den HEERE, en tegen u betuigd, zeggende: Ten dage van uw uitgaan, als gij zult herwaarts of derwaarts gaan, weet voorzeker, dat gij den dood zult sterven? En gij zeidet tot mij: Dat woord is goed, dat ik gehoord heb.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.