1 Koningen 8:64

64 Ten zelfden dage heiligde de koning het middelste des voorhofs, dat voor het huis des HEEREN was, omdat hij aldaar het brandoffer en het spijsoffer bereid had, mitsgaders het vet der dankofferen; want het koperen altaar, dat voor het aangezicht des HEEREN was, was te klein, om de brandofferen, en de spijsofferen, en het vet der dankofferen te vatten.

1 Koningen 8:64 Meaning and Commentary

1 Kings 8:64

The same day did the king hallow the middle of the court that
was before the house of the Lord
The court of the priests that was before the holy place, adjoining to it, in which was the altar of burnt offering; this, or, however, the middle part of it, he sanctified for present use, to offer sacrifices on, for a reason hereafter given:

for there he offered burnt offerings and meat offerings, and the fat of
the peace offerings;
which was the reason why the middle of the great court was for this time set apart for this service.

1 Koningen 8:64 In-Context

62 En de koning, en gans Israel met hem, offerden slachtofferen voor het aangezicht des HEEREN.
63 En Salomo offerde ten dankoffer, dat hij den HEERE offerde, twee en twintig duizend runderen, en honderd en twintig duizend schapen. Alzo hebben zij het huis des HEEREN ingewijd, de koning en al de kinderen Israels.
64 Ten zelfden dage heiligde de koning het middelste des voorhofs, dat voor het huis des HEEREN was, omdat hij aldaar het brandoffer en het spijsoffer bereid had, mitsgaders het vet der dankofferen; want het koperen altaar, dat voor het aangezicht des HEEREN was, was te klein, om de brandofferen, en de spijsofferen, en het vet der dankofferen te vatten.
65 Terzelfder tijd ook hield Salomo het feest, en gans Israel met hem, een grote gemeente, van den ingang af van Hamath tot de rivier van Egypte, voor het aangezicht des HEEREN, onzes Gods, zeven dagen en zeven dagen, zijnde veertien dagen.
66 Op den achtsten dag liet hij het volk gaan, en zij zegenden den koning; daarna gingen zij naar hun tenten, blijde en goedsmoeds over al het goede, dat de HEERE aan David, Zijn knecht, en aan Israel, Zijn volk, gedaan had.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.