1 Koningen 9:14

14 En Hiram had den koning gezonden honderd en twintig talenten gouds.

1 Koningen 9:14 Meaning and Commentary

1 Kings 9:14

And Hiram sent to the king one hundred and twenty talents
of gold.
] Not after the cities had been given him, but before; and it may be rendered "had sent" F13, and is the sum of the gold he furnished him with for the temple, ( 1 Kings 9:11 ) which, according to Brerewood F14, was 540,000 pounds of our money; and, according to another F15 writer, it amounted to 1,466,400 ducats of gold, taking a talent at 12,220 ducats.


FOOTNOTES:

F13 (xlvy) "miserat", Junius & Tremellius, Piscator.
F14 De Ponderibus & Pretiis, Vet. Num. c. 5.
F15 Scheuchzer. Physic. Sacr. vol. 3. p. 571.

1 Koningen 9:14 In-Context

12 En Hiram toog uit van Tyrus, om de steden te bezien, die Salomo hem gegeven had, maar zij waren niet recht in zijn ogen.
13 Daarom zeide hij: Wat zijn dat voor steden, mijn broeder, die gij mij gegeven hebt? En hij noemde ze het land Kabul, tot op dezen dag.
14 En Hiram had den koning gezonden honderd en twintig talenten gouds.
15 Dit is nu de oorzaak van het uitschot, dat de koning Salomo deed opkomen, om het huis des HEEREN te bouwen, en zijn huis, en Millo, en den muur van Jeruzalem, mitsgaders Hazor, en Megiddo, en Gezer.
16 Want Farao, de koning van Egypte, was opgekomen, en had Gezer ingenomen, en haar met vuur verbrand, en de Kanaanieten, die in de stad woonden, gedood, en had haar aan zijn dochter, de huisvrouw van Salomo, tot een geschenk gegeven.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.