1 Koningen 9:22

22 Doch van de kinderen Israels maakte Salomo geen slaaf; maar zij waren krijgslieden, en zijn knechten, en zijn vorsten, en zijn hoofdlieden, en de oversten zijner wagenen, en zijner ruiteren.

1 Koningen 9:22 Meaning and Commentary

1 Kings 9:22

But of the children of Israel did Solomon make no bondmen,
&c.] For that was contrary to the law; they might be hired servants, but not bond servants, ( Leviticus 25:39 Leviticus 25:40 )

but they were men of war;
which he kept in pay, a standing army, maintained even in time of peace, in case of necessity, should an enemy attempt to invade or surprise them:

and his servants;
in his family and court, who had offices and employments there:

and his princes;
ministers of state, counsellors, governors of cities, &c.

and his captains;
officers in his army:

and rulers of his chariots and his horsemen;
war chariots and troopers; see ( 1 Kings 9:19 ) .

1 Koningen 9:22 In-Context

20 Aangaande al het volk, dat overgebleven was van de Amorieten, Hethieten, Ferezieten, Hevieten, en Jebusieten, die niet waren van de kinderen Israels;
21 Hun kinderen, die na hen in het land overgebleven waren, die de kinderen Israels niet hadden kunnen verbannen, die heeft Salomo gebracht op slaafsen uitschot tot op dezen dag.
22 Doch van de kinderen Israels maakte Salomo geen slaaf; maar zij waren krijgslieden, en zijn knechten, en zijn vorsten, en zijn hoofdlieden, en de oversten zijner wagenen, en zijner ruiteren.
23 Dezen waren de oversten der bestelden, die over het werk van Salomo waren, vijfhonderd en vijftig, die heerschappij hadden over het volk, dat in het werk doende was.
24 Doch de dochter van Farao toog van de stad Davids op tot haar huis, hetwelk hij voor haar gebouwd had; toen bouwde hij Millo.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.