1 Koningen 9:24

24 Doch de dochter van Farao toog van de stad Davids op tot haar huis, hetwelk hij voor haar gebouwd had; toen bouwde hij Millo.

1 Koningen 9:24 Meaning and Commentary

1 Kings 9:24

But Pharaoh's daughter came up out of the city of David
Where he placed her when he first married her, until he had finished his buildings, ( 1 Kings 3:1 ) , which being done he brought her from thence unto her house, which Solomon had built for her; the reason of which is given, not only because it was the house of David, but because it was holy by the ark being there for some time; and therefore he did not judge it proper that his wife, an Egyptian woman, and sometimes in her impurity, should dwell there; see ( 2 Chronicles 8:11 ) ,

then did he build Millo:
this being particularly repeated from ( 1 Kings 9:15 ) , and following upon what is said of Pharaoh's daughter, has led many Jewish writers to conclude her house was built at Millo; and indeed, without supposing this, it is hard to conceive why it should be observed here; the Targum on ( 2 Chronicles 8:11 ) calls her name Bithiah.

1 Koningen 9:24 In-Context

22 Doch van de kinderen Israels maakte Salomo geen slaaf; maar zij waren krijgslieden, en zijn knechten, en zijn vorsten, en zijn hoofdlieden, en de oversten zijner wagenen, en zijner ruiteren.
23 Dezen waren de oversten der bestelden, die over het werk van Salomo waren, vijfhonderd en vijftig, die heerschappij hadden over het volk, dat in het werk doende was.
24 Doch de dochter van Farao toog van de stad Davids op tot haar huis, hetwelk hij voor haar gebouwd had; toen bouwde hij Millo.
25 En Salomo offerde driemaal des jaars brandofferen en dankofferen, op het altaar, dat hij den HEERE gebouwd had, en rookte op dat, hetwelk voor het aangezicht des HEEREN was, als hij het huis volmaakt had.
26 De koning Salomo maakte ook schepen te Ezeon-Geber, dat bij Eloth is, aan den oever der Schelfzee, in het land van Edom.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.