1 Kronieken 12:20

20 Toen hij naar Ziklag toog, vielen tot hem uit Manasse: Adnah, en Jozabad, en Jediael, en Michael, en Jozabad, en Elihu, en Zillethai; hoofden der duizenden, die in Manasse waren.

1 Kronieken 12:20 Meaning and Commentary

1 Chronicles 12:20

As he went to Ziklag, there fell to him of Manasseh
Others besides the former, who joined him when he went with the Philistines; these joined him when he was dismissed from them, and was returning to Ziklag: namely,

Adnah, and Jozabad, and Jediael, and Michael, and Jozabad, and Elihu,
and Zilthai, captains of the thousands that were of Manasseh;
that tribe being, as the rest were, divided into hundreds and thousands; these were captains over the thousands of the militia of the tribe.

1 Kronieken 12:20 In-Context

18 En de Geest toog Amasai aan, den overste der hoofdlieden, en hij zeide: Wij zijn uw, o David, en met u zijn wij, gij, zoon van Isai. Vrede, vrede zij u, en vrede uw helperen; want uw God helpt u. Toen nam David hen aan, en stelde hen tot hoofden der benden.
19 Er vielen ook van Manasse tot David, toen hij met de Filistijnen kwam, om tegen Saul te strijden, alhoewel zij hen niet hielpen; want de vorsten der Filistijnen verlieten hem met raad, zeggende: Met gevaar van onze hoofden zou hij tot Saul, zijn heer, vallen.
20 Toen hij naar Ziklag toog, vielen tot hem uit Manasse: Adnah, en Jozabad, en Jediael, en Michael, en Jozabad, en Elihu, en Zillethai; hoofden der duizenden, die in Manasse waren.
21 En dezen hielpen David mede tegen die benden; want alle dezen waren kloeke helden; en zij waren oversten in het heir.
22 Want er kwamen er te dier tijd dag bij dag tot David, om hem te helpen, tot een groot leger toe, als een leger Gods.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.