1 Kronieken 12:29

29 En van de kinderen van Benjamin, de broederen van Saul, drie duizend; want tot nog toe waren er velen van hen, die het met het huis van Saul hielden;

1 Kronieken 12:29 Meaning and Commentary

1 Chronicles 12:29

(See Gill on 1 Chronicles 12:23).

1 Kronieken 12:29 In-Context

27 En Jehojada was overste der Aaronieten; en met hem waren er drie duizend en zevenhonderd.
28 En Zadok was een jongeling, een kloek held; en uit zijns vaders huis waren twee en twintig oversten;
29 En van de kinderen van Benjamin, de broederen van Saul, drie duizend; want tot nog toe waren er velen van hen, die het met het huis van Saul hielden;
30 En van de kinderen van Efraim, twintig duizend en achthonderd, kloeke helden, mannen van naam in het huis hunner vaderen;
31 En van den halven stam van Manasse achttien duizend, die met namen uitgedrukt zijn, dat zij kwamen, om David koning te maken;
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.