1 Kronieken 2:8

8 De kinderen van Ethan nu waren Azaria.

1 Kronieken 2:8 Meaning and Commentary

1 Chronicles 2:8

And the sons of Ethan; Azariah.
] Including his posterity, see ( Genesis 46:23 Genesis 46:31 ) , the posterity of the other three sons of Zerah are not mentioned, either because the writer could not find the genealogy of them, as Kimchi; or rather, as he thinks, he cuts short the genealogy of Zerah, because the kingdom did not proceed from him, and returns to the genealogy of Hezron, from whence it did, or perhaps they had no children.

1 Kronieken 2:8 In-Context

6 En de kinderen van Zerah waren Zimri, en Ethan, en Heman, en Chalcol, en Dara. Deze allen zijn vijf.
7 En de kinderen van Charmi waren Achan, de beroerder van Israel, die zich aan het verbannene vergreep.
8 De kinderen van Ethan nu waren Azaria.
9 En de kinderen van Hezron, die hem geboren zijn, waren Jerahmeel, en Ram, en Chelubai.
10 Ram nu gewon Amminadab, en Amminadab gewon Nahesson, den vorst der kinderen van Juda;
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.