1 Kronieken 21:30

30 David nu kon niet heengaan voor hetzelve, om God te zoeken; want hij was verschrikt voor het zwaard van den engel des HEEREN.

1 Kronieken 21:30 Meaning and Commentary

1 Chronicles 21:30

But David could not go before it to inquire of God
Which yet was the proper place to seek the Lord in: the reason follows,

for he was afraid, because of the sword of the angel of the Lord;
which had so terrified him, that he was so weak that he could not go; and he feared that, should he attempt to go, while he was going thither, at such a distance, the angel would make a terrible slaughter in Jerusalem, and therefore he durst not go and leave it; and besides, as the Lord had commanded him to build an altar there, he might fear it would displease him, should he depart from it; and the rather, as hereby he pointed out to him the place where the temple should be built, and sacrifices offered, as appears from what he says in the beginning of the next chapter.

1 Kronieken 21:30 In-Context

28 Ter zelfder tijd, toen David zag, dat de HEERE hem geantwoord had op den dorsvloer van Ornan, den Jebusiet, zo offerde hij aldaar;

29 Want de tabernakel des HEEREN, dien Mozes in de woestijn gemaakt had, en het altaar des brandoffers, was te dier tijd op de hoogte te Gibeon.

30 David nu kon niet heengaan voor hetzelve, om God te zoeken; want hij was verschrikt voor het zwaard van den engel des HEEREN.