1 Kronieken 29:10

10 Daarom loofde David den HEERE voor de ogen der ganse gemeente; en David zeide: Geloofd zijt Gij, HEERE, God van onzen vader Israel, van eeuwigheid tot in eeuwigheid!

1 Kronieken 29:10 Meaning and Commentary

1 Chronicles 29:10

Wherefore David blessed the Lord before all the congregation,
&c.] To whose goodness he ascribed both the ability and willingness of him, and his people, to offer after such a manner; he knew it was God that wrought in them both to will and to do, and therefore gave him the glory of it:

and David said, blessed be thou, Lord God of Israel our Father, for
ever and ever;
the phrase, "our father", does not belong to the God of Israel, their father by covenant and adoption, but to Israel, or Jacob, the ancestor of the Jewish nation; who is made mention of on this occasion, he being the first that spoke of building an house for God, as some Jewish writers, Jarchi and Kimchi, observe, see ( Genesis 28:22 ) .

1 Kronieken 29:10 In-Context

8 En bij wien stenen gevonden werden, die gaven zij in den schat van het huis des HEEREN, onder de hand van Jehiel, den Gersoniet.
9 En het volk was verblijd over hun vrijwillig geven; want zij gaven met een volkomen hart den HEERE vrijwillig; en de koning David verblijdde zich ook met grote blijdschap.
10 Daarom loofde David den HEERE voor de ogen der ganse gemeente; en David zeide: Geloofd zijt Gij, HEERE, God van onzen vader Israel, van eeuwigheid tot in eeuwigheid!
11 Uw, o HEERE, is de grootheid, en de macht, en de heerlijkheid, en de overwinning, en de majesteit; want alles, wat in den hemel en op aarde is, is Uw: Uw, o HEERE, is het Koninkrijk, en Gij hebt U verhoogd tot een Hoofd boven alles.
12 En rijkdom en eer zijn voor Uw aangezicht, en Gij heerst over alles; en in Uw hand is kracht en macht; ook staat het in Uw hand alles groot te maken en sterk te maken.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.