1 Kronieken 29:17

17 En ik weet, mijn God, dat Gij het hart proeft, en dat Gij een welgevallen hebt aan oprechtigheden. Ik heb in oprechtigheid mijns harten al deze dingen vrijwillig gegeven, en ik heb nu met vreugde Uw volk, dat hier bevonden wordt, gezien, dat het zich jegens U vrijwillig gedragen heeft.

1 Kronieken 29:17 Meaning and Commentary

1 Chronicles 29:17

I know also, my God, that thou triest the heart
Searchest it, and knowest it perfectly, whether what is done is from it:

and hast pleasure in uprightness;
in what is done in sincerity and uprightness of heart:

as for me, in the uprightness of my heart I have willingly offered all
these things;
for the truth of which he could appeal to the heart searching God:

and now have I seen with joy thy people, which are present here, to
offer willingly unto thee;
he judged by what they did, and their manner of doing it, that it was done in the uprightness of their hearts also, as his were, which gave him sensible joy and pleasure.

1 Kronieken 29:17 In-Context

15 Want wij zijn vreemdelingen en bijwoners voor Uw aangezicht, gelijk al onze vaders; onze dagen op aarde zijn als een schaduw, en er is geen verwachting.

16 HEERE, onze God, al deze menigte, die wij bereid hebben om U een huis te bouwen, den Naam Uwer heiligheid, dat is van Uw hand, en het is alles Uw.

17 En ik weet, mijn God, dat Gij het hart proeft, en dat Gij een welgevallen hebt aan oprechtigheden. Ik heb in oprechtigheid mijns harten al deze dingen vrijwillig gegeven, en ik heb nu met vreugde Uw volk, dat hier bevonden wordt, gezien, dat het zich jegens U vrijwillig gedragen heeft.

18 O HEERE, Gij, God onzer vaderen, Abraham, Izak en Israel, bewaar dit in der eeuwigheid in den zin der gedachten van het hart Uws volks, en richt hun hart tot U.

19 En geef mijn zoon Salomo een volkomen hart, om te houden Uw geboden, Uw getuigenissen en Uw inzettingen; en om alles te doen, en om dit paleis te bouwen, hetwelk ik bereid heb.