1 Kronieken 29:8

8 En bij wien stenen gevonden werden, die gaven zij in den schat van het huis des HEEREN, onder de hand van Jehiel, den Gersoniet.

1 Kronieken 29:8 Meaning and Commentary

1 Chronicles 29:8

And they with whom precious stones were found
Such as are mentioned ( 1 Chronicles 29:2 )

gave them to the treasure of the house of the Lord;
to be laid up there:

by the hand of Jehiel the Gershonite;
who, and his sons, had the care of that treasury, ( 1 Chronicles 27:21 1 Chronicles 27:22 ) .

1 Kronieken 29:8 In-Context

6 Toen gaven vrijwillig de oversten der vaderen, en de oversten der stammen van Israel, en de oversten der duizenden en der honderden, en de oversten van het werk des konings;
7 En zij gaven, tot den dienst van het huis Gods, vijf duizend talenten gouds, en tien duizend drachmen, en tien duizend talenten zilvers, en achttien duizend talenten kopers, en honderd duizend talenten ijzers.
8 En bij wien stenen gevonden werden, die gaven zij in den schat van het huis des HEEREN, onder de hand van Jehiel, den Gersoniet.
9 En het volk was verblijd over hun vrijwillig geven; want zij gaven met een volkomen hart den HEERE vrijwillig; en de koning David verblijdde zich ook met grote blijdschap.
10 Daarom loofde David den HEERE voor de ogen der ganse gemeente; en David zeide: Geloofd zijt Gij, HEERE, God van onzen vader Israel, van eeuwigheid tot in eeuwigheid!
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.