1 Kronieken 5:19

19 En zij voerden krijg tegen de Hagarenen, en tegen Jethur, en Nafis, en Nodab.

1 Kronieken 5:19 Meaning and Commentary

1 Chronicles 5:19

And they made war with the Hagarites
Before mentioned, ( 1 Chronicles 5:19 )

with Jetur, and Nephish:
with the posterity of these men, who were sons of Ishmael, ( Genesis 25:15 ) and so was Nodab; perhaps the same with Kedemah, mentioned along with the other two there; so Hillerus F26 thinks.


FOOTNOTES:

F26 Onomastic. Sacr. p. 554.

1 Kronieken 5:19 In-Context

17 Deze allen zijn naar hun geslachtsregisters geteld, in de dagen van Jotham, den koning van Juda, en in de dagen van Jerobeam, den koning van Israel.
18 Van de kinderen van Ruben, en van de Gadieten, en van den halven stam van Manasse, van de strijdbaarste mannen, schild en zwaard dragende, en den boog spannende, en ervaren in den krijg, waren vier en veertig duizend zevenhonderd en zestig, uitgaande in het heir.
19 En zij voerden krijg tegen de Hagarenen, en tegen Jethur, en Nafis, en Nodab.
20 Doch zij werden geholpen tegen hen, en de Hagarenen werden in hun hand gegeven, en allen, die met hen waren; omdat zij tot God riepen in den krijg, zo liet Hij Zich van hen verbidden, dewijl zij op Hem vertrouwden.
21 En zij voerden hun vee gevankelijk weg; van hun kemelen vijftig duizend, en tweehonderd en vijftig duizend schapen, en twee duizend ezelen, en honderd duizend zielen der mensen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.