1 Kronieken 5:24

24 Dezen nu waren de hoofden hunner vaderlijke huizen, te weten: Hefer, en Jisei, en Eliel, en Azriel, en Jeremia, en Hodavja, en Jahdiel; mannen sterk van kracht, mannen van naam, hoofden der huizen hunner vaderen.

1 Kronieken 5:24 Meaning and Commentary

1 Chronicles 5:24

And these were the heads of the house of their fathers
Some of the principal men of this half tribe:

even Epher, and Ishi, and Eliel, and Azriel, and Jeremiah, and
Hodaviah, and Jahdiel;
but of none of these we read elsewhere, excepting Hepher and Azriel, ( Numbers 26:31 Numbers 26:32 )

mighty men of valour, famous men, and heads of the house of their
fathers;
men that obtained a name for their strength, courage, and valour, and military exploits, and were the chiefs of the families in this half tribe, and by whom they were denominated; so from Hepher were the family of the Hepherites, and from Azriel the family of the Azrielites, as in the place before quoted.

1 Kronieken 5:24 In-Context

22 Want er vielen vele verwonden, dewijl de strijd van God was; en zij woonden in hun plaats, totdat zij gevankelijk weggevoerd werden.

23 De kinderen nu van den halven stam van Manasse woonden in dat land. Zij werden vermenigvuldigd van Basan tot aan Baal-Hermon, en Senir, en den berg Hermon.

24 Dezen nu waren de hoofden hunner vaderlijke huizen, te weten: Hefer, en Jisei, en Eliel, en Azriel, en Jeremia, en Hodavja, en Jahdiel; mannen sterk van kracht, mannen van naam, hoofden der huizen hunner vaderen.

25 Maar zij hebben tegen den God hunner vaderen overtreden, en de goden der volken des lands nagehoereerd, welke God voor hun aangezichten had verdelgd.

26 Zo verwekte de God Israels den geest van Pul, den koning van Assyrie, en den geest van Tiglath-Pilneser, den koning van Assyrie, die voerde hen gevankelijk weg, te weten de Rubenieten, en de Gadieten, en den halven stam van Manasse; en hij bracht hen te Halah, en Habor, en Hara, en aan de rivier Gozan, tot op dezen dag.