1 Kronieken 7:10

10 De kinderen van Jediael nu waren Bilhan; en de kinderen van Bilhan waren Jeus en Benjamin, en Ehud, en Chenaana, en Zethan, en Tharsis, en Ahi-sahar.

1 Kronieken 7:10 Meaning and Commentary

1 Chronicles 7:10

The sons also of Jediael
The third son of Benjamin before mentioned, ( 1 Chronicles 7:6 ) . Bilhan, including his posterity, as follows:

and the sons of Bilhan; Jeush, and Benjamin;
called so after his great grandfather:

and Ehud;
who was the second judge in Israel, ( Judges 3:15 )

and Chenaanah, and Zethan, and Tharshish, and Ahishahar;
of whom we nowhere else read.

1 Kronieken 7:10 In-Context

8 De kinderen van Becher nu waren Zemira, en Joas, en Eliezer, en Eljoenai, en Omri, en Jeremoth, en Abija, en Anathoth, en Alemeth; deze allen waren kinderen van Becher.
9 Dezen nu in geslachtsregisters gesteld zijnde, naar hun geslachten, hoofden der huizen hunner vaderen, kloeke helden, waren twintig duizend en tweehonderd.
10 De kinderen van Jediael nu waren Bilhan; en de kinderen van Bilhan waren Jeus en Benjamin, en Ehud, en Chenaana, en Zethan, en Tharsis, en Ahi-sahar.
11 Alle dezen waren kinderen van Jediael, tot hoofden der vaderen, kloeke helden, zeventien duizend en tweehonderd, uitgaande in het heir ten strijde.
12 Daartoe Suppim en Huppim waren kinderen van Ir, en Husim, kinderen van Aher.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.