1 Kronieken 9:12

12 En Adaja, de zoon van Jeroham, den zoon van Pashur, den zoon van Malchija; en Massi, de zoon van Adiel, den zoon van Jahzera, den zoon van Mesullam, den zoon van Mesillemith, den zoon van Immer.

1 Kronieken 9:12 Meaning and Commentary

1 Chronicles 9:12

And Adaiah the son of Jeroham, the son of Pashur
In this genealogy, between Jeroham and Pashur, were three more here omitted, Pelaliah, Amzi, Zechariah, ( Nehemiah 11:12 ) , and then Pashur the son of Malchijah, as here:

and Maasiai the son of Adiel;
whose pedigree is traced up from hence, through Jahzerah, Meshullam, Meshillemith, to Immer; one of the five heads of the courses settled by David, ( 1 Chronicles 24:14 ) . The names of this man, and of his ancestors, are given, with some variation, in ( Nehemiah 11:13 ) .

1 Kronieken 9:12 In-Context

10 Van de priesteren nu, Jedaja, en Jojarib, en Jachin,
11 En Azarja, de zoon van Hilkija, den zoon van Mesullam, den zoon van Zadok, den zoon van Merajoth, den zoon van Ahitub, overste van het huis Gods;
12 En Adaja, de zoon van Jeroham, den zoon van Pashur, den zoon van Malchija; en Massi, de zoon van Adiel, den zoon van Jahzera, den zoon van Mesullam, den zoon van Mesillemith, den zoon van Immer.
13 Daartoe hun broeders, hoofden in de huizen hunner vaderen, duizend zevenhonderd en zestig, kloeke helden aan het werk van den dienst van het huis Gods.
14 Van de Levieten nu waren Semaja, de zoon van Hasub, den zoon van Azrikam, den zoon van Hasabja, van de kinderen van Merari;
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.