1 Samuël 10:4

4 En zij zullen u naar uw welstand vragen, en zij zullen u twee broden geven; die zult gij van hun hand nemen.

1 Samuël 10:4 Meaning and Commentary

1 Samuel 10:4

And they will salute thee
Not as king, of which they knew nothing, but in a common way; and though a stranger and unknown to them, yet finding their hearts disposed and affected towards him, would inquire of his welfare, and wish him all happiness, peace, and prosperity:

and give thee two [loaves] of bread;
which was pretty much that they should give him two out of three, and leave but one for themselves, and especially if they were going to sacrifice; but perhaps they knew they could buy more bread at Bethel, and so were disposed to give two of their loaves to Saul, one for himself and another for his servant; though Kimchi thinks that these are not the same before called loaves; and indeed the word "loaves" is not in the text, but cakes of bread, which were lesser than loaves, and which they carried for their own use, besides three loaves of bread:

which thou shall receive of their hands;
being sent out by Samuel early that morning without eating any food, and having travelled some miles, might become weary and faint, and which the three men might discern, and so had compassion on them, and relieved them; and Saul was not to refuse the offer of them, but take them at their hands, though he was anointed to be king; and this was to teach him humility, and to be kind to the poor and needy, and relieve them when he was in more elevated circumstances. All these actions also were contingent, and when they came to pass, as they did, must be still more confirming than the former sign.

1 Samuël 10:4 In-Context

2 Als gij heden van mij gaat, zo zult gij twee mannen vinden bij het graf van Rachel, aan de landpale van Benjamin, te Zelzah; die zullen tot u zeggen: De ezelinnen zijn gevonden, die gij zijt gaan zoeken, en zie, uw vader heeft de zaken der ezelinnen verlaten, en hij is bekommerd voor ulieden, zeggende: Wat zal ik om mijn zoon doen?

3 Als gij u van daar en verder aan begeeft, en zult komen tot aan Elon-Thabor, daar zullen u drie mannen vinden, opgaande tot God naar Beth-El; een, dragende drie bokjes, en een, dragende drie bollen broods, en een, dragende een fles wijn.

4 En zij zullen u naar uw welstand vragen, en zij zullen u twee broden geven; die zult gij van hun hand nemen.

5 Daarna zult gij komen op den heuvel Gods, waar der Filistijnen bezettingen zijn; en het zal geschieden, als gij aldaar in de stad komt, zo zult gij ontmoeten een hoop profeten, van de hoogte afkomende, en voor hun aangezichten luiten, en trommelen, en pijpen, en harpen, en zij zullen profeteren.

6 En de Geest des HEEREN zal vaardig worden over u, en gij zult met hen profeteren; en gij zult in een anderen man veranderd worden.