1 Samuël 14:44

44 Toen zeide Saul: Zo doe mij God, en zo doe Hij daartoe, Jonathan! gij moet den dood sterven.

1 Samuël 14:44 Meaning and Commentary

1 Samuel 14:44

And Saul answered, God do so and more also
A form of an oath imprecating evils upon him more and greater than he chose to mention, see the like form in ( Ruth 1:17 ) , though Abarbinel thinks this is not the form of an oath, but an asseveration of a curse that would befall him; as that God would not answer him when he inquired of him, and that he would add to do so again and again, if he died not:

for thou shall surely die, Jonathan;
such words from a father must be very striking to a son, and argue a want of paternal affection in Saul, that could call his son by his name, and deliver such a speech unto him in so strong a manner.

1 Samuël 14:44 In-Context

42 Toen zeide Saul: Werpt het lot tussen mij en tussen mijn zoon Jonathan. Toen werd Jonathan geraakt.
43 Saul dan zeide tot Jonathan: Geef mij te kennen, wat gij gedaan hebt. Toen gaf het Jonathan hem te kennen, en zeide: Ik heb maar een weinig honigs geproefd, met het uiterste des stafs, dien ik in mijn hand had; zie hier ben ik, moet ik sterven?
44 Toen zeide Saul: Zo doe mij God, en zo doe Hij daartoe, Jonathan! gij moet den dood sterven.
45 Maar het volk zeide tot Saul: Zou Jonathan sterven, die deze grote verlossing in Israel gedaan heeft? Dat zij verre! zo waarachtig als de HEERE leeft, als er een haar van zijn hoofd op de aarde vallen zal; want hij heeft dit heden met God gedaan. Alzo verloste het volk Jonathan, dat hij niet stierf.
46 Saul nu toog op van achter de Filistijnen, en de Filistijnen trokken aan hun plaats.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.