1 Samuël 2:23

23 En hij zeide tot hen: Waarom doet gij al zulke dingen, dat ik deze uw boze stukken hore van dit ganse volk?

1 Samuël 2:23 Meaning and Commentary

1 Samuel 2:23

And he said unto them, why do ye such things?
&c.] As to impose upon the people that bring their offerings, by taking more than is due, and in a very indecent and imperious manner; and especially to defile the women when they came to worship: these were very scandalous sins, and deserved a more severe reprimand, and indeed a greater chastisement than by mere words; Eli should have rebuked them more sharply, and laid open the evil of their doings, and as a judge punished them for them:

for I hear of your evil doings by all this people;
the inhabitants of Shiloh, or who came thither to worship, who were continually making their complaints to Eli; which still shows his backwardness to reprove them in the manner he did until he was obliged to it by the continual remonstrances of the people against the practices of his sons; he did not attend to the information he had from a few persons, until it became general.

1 Samuël 2:23 In-Context

21 Want de HEERE bezocht Hanna, en zij werd bevrucht, en baarde drie zonen en twee dochters; en de jongeling Samuel werd groot bij den HEERE.

22 Doch Eli was zeer oud, en hoorde al, wat zijn zonen aan gans Israel deden, en dat zij sliepen bij de vrouwen, die met hopen samenkwamen aan de deur van de tent der samenkomst.

23 En hij zeide tot hen: Waarom doet gij al zulke dingen, dat ik deze uw boze stukken hore van dit ganse volk?

24 Niet, mijn zonen; want dit is geen goed gerucht, dat ik hoor; gij maakt, dat het volk des HEEREN overtreedt.

25 Wanneer een mens tegen een mens zondigt, zo zullen de goden hem oordelen; maar wanneer een mens tegen den HEERE zondigt, wie zal voor hem bidden? Doch zij hoorden de stem huns vaders niet, want de HEERE wilde hen doden.