1 Samuël 23:6

6 En het geschiedde, toen Abjathar, de zoon van Achimelech, tot David vluchtte naar Kehila, dat hij afkwam met den efod in zijn hand.

1 Samuël 23:6 Meaning and Commentary

1 Samuel 23:6

And it came to pass, when Abiathar the son of Ahimelech fled
to David to Keilah
Either when he was there, or near the place:

[that] he came down with an ephod in his hand;
not with a linen ephod on his back, which the priests in common wore, but the ephod with the Urim and Thummim in his hand, which was peculiar to the high priest; and his father the high priest being dead, it belonged to him, and therefore he took care to bring it with him; though the words may be literally rendered, "the ephod came down in his hand" ^F11, as it were by chance, and not with design; and so some Jewish interpreters ^F12 understand it, that in his fright and flight, among his garments and other things he took hold of to carry with him, and not minding well what he took, this happened to be, being so ordered by the providence of God; though the Targum renders it,

``the ephod he made to descend in his hand,''

or brought it in his hand; and so Kimchi and Abarbinel observe it may be interpreted, though they seem to incline to the other sense.

---

FOOTNOTES:

F11 (wdyb dry dwpa) "ephod descendit in manu sua", Pagninus, Montanus; "ephod descendebat in manu sua", Munsterus; so Tigurine version and Piscator.
F12 Kimchi & Ben Melech.

1 Samuël 23:6 In-Context

4 Toen vraagde David den HEERE nog verder; en de HEERE antwoordde hem en zeide: Maak u op, trek af naar Kehila; want Ik geef de Filistijnen in uw hand

5 Alzo toog David en zijn mannen naar Kehila, en hij streed tegen de Filistijnen, en dreef hun vee weg, en hij sloeg onder hen een groten slag; alzo verloste David de inwoners van Kehila.

6 En het geschiedde, toen Abjathar, de zoon van Achimelech, tot David vluchtte naar Kehila, dat hij afkwam met den efod in zijn hand.

7 Als aan Saul te kennen gegeven werd, dat David te Kehila gekomen was, zo zeide Saul: God heeft hem in mijn hand overgegeven, want hij is besloten, komende in een stad met poorten en grendelen.

8 Toen liet Saul al het volk ten strijde roepen, dat zij aftogen naar Kehila, om David en zijn mannen te belegeren.