1 Samuël 25:11

11 Zou ik dan mijn brood, en mijn water, en mijn geslacht vlees nemen, dat ik voor mijn scheerders geslacht heb, en zou ik het den mannen geven, die ik niet weet, van waar zij zijn?

1 Samuël 25:11 Meaning and Commentary

1 Samuel 25:11

Shall I then take my bread, and my water
Which include all food and liquors, everything eatable and drinkable; and "water" may be particularly mentioned, because very scarce in the wilderness, and so precious; though the Septuagint version has "wine" instead of "water":

and my flesh which I have killed for my shearers;
whether oxen, or sheep, or lambs, as there might be of each sort, for an entertainment made on such an occasion:

and give [it] unto men whom I know not whence they [be]?
which is another argument Abarbinel makes use of that he meant not David, but his men only, because he did not know who and from whence they were.

1 Samuël 25:11 In-Context

9 Toen de jongelingen van David gekomen waren, en in Davids naam naar al die woorden tot Nabal gesproken hadden, zo hielden zij stil.
10 En Nabal antwoordde den knechten van David, en zeide: Wie is David, en wie is de zoon van Isai? Er zijn heden vele knechten, die zich afscheuren, elk van zijn heer.
11 Zou ik dan mijn brood, en mijn water, en mijn geslacht vlees nemen, dat ik voor mijn scheerders geslacht heb, en zou ik het den mannen geven, die ik niet weet, van waar zij zijn?
12 Toen keerden zich de jongelingen van David naar hun weg; en zij keerden weder, en kwamen, en boodschapten hem achtervolgens al deze woorden.
13 David dan zeide tot zijn mannen: Een iegelijk gorde zijn zwaard aan. Toen gordde een iegelijk zijn zwaard aan, en David gordde ook zijn zwaard aan; en zij togen op achter David, omtrent vierhonderd man, en daar bleven er tweehonderd bij het gereedschap.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.