2 Koningen 2:16

16 En zij zeiden tot hem: Zie nu, er zijn bij uw knechten vijftig dappere mannen; laat hen toch heengaan, en uw heer zoeken, of niet misschien de Geest des HEEREN hem opgenomen, en op een der bergen, of in een der dalen hem geworpen heeft. Doch hij zeide: Zendt niet.

2 Koningen 2:16 Meaning and Commentary

2 Kings 2:16

And they said unto him, behold, now, there be with thy
servants fifty strong men
Perhaps meaning themselves, ( 2 Kings 2:7 ) who were young, stout, and strong, and able to travel for days together:

let them go, we pray thee, and seek thy master;
for though they knew he was to be taken away, yet knew not for what time, and imagined he might be found again:

lest peradventure the Spirit of the Lord hath taken him up;
as it seems he was wont to do, see ( 1 Kings 18:12 )

and cast him upon some mountain, or into some valley;
where he sometimes had his abode; or they might fancy, if he was taken up to heaven, yet in his soul only, and that, when that was separated, his dead body would be left on a mountain, or in a valley; and therefore they were desirous of seeking and finding it, that it might not be exposed to birds and beasts of prey, but that they might bury it in a decent and honourable manner:

and he said, ye shall not send;
he knew it was to no purpose, since he was translated to heaven, body and soul, and which he was an eyewitness of.

2 Koningen 2:16 In-Context

14 En hij nam den mantel van Elia, die van hem afgevallen was, en sloeg het water, en zeide: Waar is de HEERE, de God van Elia? Ja, Dezelve? En hij sloeg het water, en het werd herwaarts en derwaarts verdeeld, en Elisa ging er door.
15 Als nu de kinderen der profeten, die tegenover te Jericho waren, hem zagen, zo zeiden zij: De geest van Elia rust op Elisa; en zij kwamen hem tegemoet, en bogen zich voor hem neder ter aarde.
16 En zij zeiden tot hem: Zie nu, er zijn bij uw knechten vijftig dappere mannen; laat hen toch heengaan, en uw heer zoeken, of niet misschien de Geest des HEEREN hem opgenomen, en op een der bergen, of in een der dalen hem geworpen heeft. Doch hij zeide: Zendt niet.
17 Maar zij hielden bij hem aan tot schamens toe; en hij zeide: Zendt. En zij zonden vijftig mannen, die drie dagen zochten, doch hem niet vonden.
18 Toen kwamen zij weder tot hem, daar hij te Jericho gebleven was; en hij zeide tot hen: Heb ik tot ulieden niet gezegd: Gaat niet?
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.