2 Koningen 2:18

18 Toen kwamen zij weder tot hem, daar hij te Jericho gebleven was; en hij zeide tot hen: Heb ik tot ulieden niet gezegd: Gaat niet?

2 Koningen 2:18 Meaning and Commentary

2 Kings 2:18

And when they came again to him, for he tarried at Jericho,
&c.] Waiting their return to hear the report they made: which when they had,

he said unto them, did I not say unto you, go not?
assuring them it would be fruitless, and to no purpose; though this search of theirs served both to confirm the assumption of Elijah, and the truth of Elisha being a prophet of the Lord.

2 Koningen 2:18 In-Context

16 En zij zeiden tot hem: Zie nu, er zijn bij uw knechten vijftig dappere mannen; laat hen toch heengaan, en uw heer zoeken, of niet misschien de Geest des HEEREN hem opgenomen, en op een der bergen, of in een der dalen hem geworpen heeft. Doch hij zeide: Zendt niet.
17 Maar zij hielden bij hem aan tot schamens toe; en hij zeide: Zendt. En zij zonden vijftig mannen, die drie dagen zochten, doch hem niet vonden.
18 Toen kwamen zij weder tot hem, daar hij te Jericho gebleven was; en hij zeide tot hen: Heb ik tot ulieden niet gezegd: Gaat niet?
19 En de mannen der stad zeiden tot Elisa: Zie toch, de woning dezer stad is goed, gelijk als mijn heer ziet; maar het water is kwaad, en het land onvruchtbaar.
20 En hij zeide: Brengt mij een nieuwe schaal, en legt er zout in. En zij brachten ze tot hem.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.