2 Koningen 3:3

3 Evenwel hing hij de zonden van Jerobeam, den zoon van Nebat, aan, die Israel deed zondigen; hij week daarvan niet af.

2 Koningen 3:3 Meaning and Commentary

2 Kings 3:3

Nevertheless he cleaved unto the sins of Jeroboam the son of
Nebat, which made Israel to sin
He closely adhered to the worship of the calves set up by him:

he departed not therefrom:
that being a piece of state policy, to keep up the division of the two kingdoms.

2 Koningen 3:3 In-Context

1 Joram nu, de zoon van Achab, werd koning over Israel te Samaria, in het achttiende jaar van Josafat, den koning van Juda, en hij regeerde twaalf jaren.
2 En hij deed dat kwaad was in de ogen des HEEREN, doch niet gelijk zijn vader en gelijk zijn moeder; want hij deed dag opgerichte beeld van Baal weg, hetwelk zijn vader gemaakt had.
3 Evenwel hing hij de zonden van Jerobeam, den zoon van Nebat, aan, die Israel deed zondigen; hij week daarvan niet af.
4 Mesa nu, de koning der Moabieten, was een veehandelaar, en bracht op aan den koning van Israel honderd duizend lammeren, en honderd duizend rammen met de wol.
5 Maar het geschiedde, als Achab gestorven was, dat de koning der Moabieten van den koning van Israel afviel.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.