2 Koningen 9:25

25 Toen zeide Jehu tot Bidkar, zijn hoofdman: Neem, werp hem op dat stuk lands van Naboth, den Jizreeliet; want gedenk, als ik en gij nevens elkander achter zijn vader Achab reden, dat hem de HEERE dezen last oplegde, zeggende:

2 Koningen 9:25 Meaning and Commentary

2 Kings 9:25

Then said [Jehu] to Bidkar his captain
Not Joram's, but Jehu's captain, though he had been the former's, and his father Ahab's also:

take up, and cast him in the portion of the field of Naboth the
Jezreelite;
near to which they were:

for remember how that, when I and thou rode together after Ahab his
father;
either in the same chariot, or on horseback side by side, his guards or retinue following him two and two:

the Lord laid this burden upon him;
this heavy denunciation of vengeance by Elijah the prophet; and they being together, and pretty near, heard it, as he might remember, which follows.

2 Koningen 9:25 In-Context

23 Toen keerde Joram zijn hand, en vlood, en zeide tot Ahazia: Het is bedrog, Ahazia!
24 Maar Jehu spande den boog met volle kracht, en schoot Joram tussen zijn armen, dat de pijl door zijn hart uitging; en hij kromde zich in zijn wagen.
25 Toen zeide Jehu tot Bidkar, zijn hoofdman: Neem, werp hem op dat stuk lands van Naboth, den Jizreeliet; want gedenk, als ik en gij nevens elkander achter zijn vader Achab reden, dat hem de HEERE dezen last oplegde, zeggende:
26 Zo Ik gisteravond niet gezien heb het bloed van Naboth, en het bloed zijner zonen, zegt de HEERE, en Ik u dat niet vergelde op dit stuk lands, zegt de HEERE. Nu dan, neem, werp hem op dat stuk land, naar het woord des HEEREN.
27 Als Ahazia, de koning van Juda, dat zag, zo vlood hij door den weg van het huis des hofs; doch Jehu vervolgde hem achterna, en zeide: Slaat hem ook op den wagen, aan den opgang naar Gur, die bij Jibleam is; en hij vlood naar Megiddo, en stierf aldaar.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.