2 Kronieken 11:22

22 En Rehabeam stelde Abia, den zoon van Maacha, tot een hoofd, om een overste te zijn onder zijn broederen; want het was om hem koning te maken.

2 Kronieken 11:22 Meaning and Commentary

2 Chronicles 11:22

And Rehoboam made Abijah the son of Maacah the chief
The chief of all his sons, head over them, being the son of his most beloved wife, and her firstborn however, and perhaps might be of a greater capacity than the rest of his children:

to be ruler among his brethren;
or over them; gave him greater authority, and intrusted him with more power, set him above them, and treated him as heir apparent to the crown: for he thought

to make him king;
either to take him into partnership in the throne with him in his lifetime, or to appoint and declare him to be his successor.

2 Kronieken 11:22 In-Context

20 En na haar nam hij Maacha, de dochter van Absalom; deze baarde hem Abia, en Attai, en Ziza, en Selomith.
21 En Rehabeam had Maacha, Absaloms dochter, liever dan al zijn vrouwen en zijn bijwijven; want hij had achttien vrouwen genomen, en zestig bijwijven; en hij gewon acht en twintig zonen en zestig dochteren.
22 En Rehabeam stelde Abia, den zoon van Maacha, tot een hoofd, om een overste te zijn onder zijn broederen; want het was om hem koning te maken.
23 En hij handelde verstandelijk, dat hij van al zijn zonen, door alle landen van Juda en Benjamin, in alle vaste steden verspreidde, denwelken hij spijze gaf in overvloed; en hij begeerde de veelheid van vrouwen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.