2 Kronieken 16:1

1 In het zes en dertigste jaar van het koninkrijk van Asa, toog Baesa, de koning van Israel, op tegen Juda, en bouwde Rama, opdat hij niemand toeliet uit te gaan en in te komen tot Asa, den koning van Juda.

2 Kronieken 16:1 Meaning and Commentary

2 Chronicles 16:1

In the thirty and sixth year of the reign of Asa Baasha king of
Israel came up against Judah
How this is to be reconciled with the reign of Baasha, which was but twenty four years, and was begun in the third of Asa, and therefore must have been dead nearly ten years before this year of Asa's reign, (See Gill on 1 Kings 15:17) where, and in the following verses, are the same things related as here, to the end of the sixth verse; the explanation of which the reader is referred to.

2 Kronieken 16:1 In-Context

1 In het zes en dertigste jaar van het koninkrijk van Asa, toog Baesa, de koning van Israel, op tegen Juda, en bouwde Rama, opdat hij niemand toeliet uit te gaan en in te komen tot Asa, den koning van Juda.
2 Toen bracht Asa het zilver en het goud voort, uit de schatten van het huis des HEEREN en van het huis des konings, en zond tot Benhadad, den koning van Syrie, die te Damaskus woonde, zeggende:
3 Er is een verbond tussen mij en tussen u, en tussen mijn vader en tussen uw vader; zie, ik zend u zilver en goud, ga heen, maak uw verbond te niet met Baesa, den koning van Israel, dat hij van tegen mij aftrekke.
4 En Benhadad hoorde naar den koning Asa, en zond de oversten der heiren, die hij had, tegen de steden van Israel, en zij sloegen Ijon, en Dan, en Abel-Maim, en alle schatsteden van Nafthali.
5 En het geschiedde, als Baesa zulks hoorde, dat hij afliet van Rama te bouwen, en zijn werk staakte.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.