2 Kronieken 19:10

10 En in alle geschil, hetwelk van uw broederen, die in hun steden wonen, tot u zal komen, tussen bloed en bloed, tussen wet en gebod, en inzettingen en rechten, zo vermaant hen, dat zij niet schuldig worden aan den HEERE, en een grote toornigheid over u en over uw broederen zij; doet alzo, en gij zult niet schuldig worden.

2 Kronieken 19:10 Meaning and Commentary

2 Chronicles 19:10

And what cause soever shall come unto you of your brethren
that dwell in their cities
Whether sacred or civil, that should come before them by way of appeal from, inferior courts in the country, where they could not be determined:

between blood and blood;
one relation and another, or with respect to shedding of blood, whether ignorantly or purposely:

between law and commandment, statutes and judgments;
not rightly understood, and so pleaded on both sides:

ye shall even warn them that they trespass not against the Lord;
the persons engaged in controversy, that they take no false oath, nor bear false testimony, and act not stubbornly against any of the laws, when explained in court unto them:

and so wrath come upon you and your children;
upon judges for the neglect of their duty in giving due warning, and upon the people for not taking it when given:

this do, and ye shall not trespass;
if the above charge in all its parts is strictly attended to.

2 Kronieken 19:10 In-Context

8 Daartoe stelde Josafat ook te Jeruzalem enige van de Levieten, en van de priesteren, en van de hoofden der vaderen van Israel, over het gericht des HEEREN, en over rechtsgeschillen, als zij weder te Jeruzalem gekomen waren.
9 En hij gebood hun, zeggende: Doet alzo in de vreze des HEEREN, met getrouwheid en met een volkomen hart.
10 En in alle geschil, hetwelk van uw broederen, die in hun steden wonen, tot u zal komen, tussen bloed en bloed, tussen wet en gebod, en inzettingen en rechten, zo vermaant hen, dat zij niet schuldig worden aan den HEERE, en een grote toornigheid over u en over uw broederen zij; doet alzo, en gij zult niet schuldig worden.
11 En ziet, Amarja, den hoofdpriester, is over u in alle zaak des HEEREN; en Zebadja, de zoon van Ismael, de vorst van het huis van Juda, in alle zaak des konings; ook zijn de ambtlieden, de Levieten, voor uw aangezicht; weest sterk en doet het, en de HEERE zal met den goede zijn.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.