2 Kronieken 20:13

13 En gans Juda stond voor het aangezicht des HEEREN, ook hun kinderkens, hun vrouwen en hun zonen.

2 Kronieken 20:13 Meaning and Commentary

2 Chronicles 20:13

And all Judah stood before the Lord
Looking towards the most holy place, where the ark of his presence was, in an humble and submissive posture; waiting what would be the issue of things, what answer they should have from the Lord: with their little ones, their wives, and their children:
they and their wives, with their children, both small and grown up, which they brought with them, that as the sight of them, now in the utmost danger, might affect them, and make them the more fervent in their supplications to God, so they might hope the Lord would have pity and compassion on them, and save them.

2 Kronieken 20:13 In-Context

11 Zie dan, zij vergelden het ons, komende om ons uit Uw erve, die Gij ons te erven gegeven hebt, te verdrijven.
12 O, onze God, zult Gij geen recht tegen hen oefenen? want in ons is geen kracht tegen deze grote menigte, die tegen ons komt, en wij weten niet, wat wij doen zullen; maar onze ogen zijn op U.
13 En gans Juda stond voor het aangezicht des HEEREN, ook hun kinderkens, hun vrouwen en hun zonen.
14 Toen kwam de Geest des HEEREN in het midden der gemeente, op Jahaziel, den zoon van Zecharja, den zoon van Benaja, den zoon van Jehiel, den zoon van Matthanja, den Leviet, uit de zonen van Asaf;
15 En hij zeide: Merkt op, geheel Juda, en gij, inwoners van Jeruzalem, en gij, koning Josafat! Alzo zegt de HEERE tot ulieden: Vreest gijlieden niet, en wordt niet ontzet vanwege deze grote menigte; want de strijd is niet uwe, maar Gods.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.