2 Kronieken 26:22

22 Het overige nu der geschiedenissen van Uzzia, de eerste en de laatste, heeft de profeet Jesaja, de zoon van Amos, beschreven.

2 Kronieken 26:22 Meaning and Commentary

2 Chronicles 26:22

Now the rest of the acts of Uzziah, first and last
What were done by him, both in the beginning and latter end of his reign:

did Isaiah the prophet, the son of Amoz, write:
not in his own prophecy, but in the history of his own times, which was usual for every prophet to write, though now lost, see ( 2 Kings 15:6 ) .

2 Kronieken 26:22 In-Context

20 Alstoen zag de hoofdpriester Azaria op hem, en al de priesteren en ziet, hij was melaats aan zijn voorhoofd, en zij stieten hem met der haast van daar, ja hij zelf werd ook gedreven uit te gaan, omdat de HEERE hem geplaagd had.
21 Alzo was de koning Uzzia melaats tot aan den dag zijns doods; en melaats zijnde, woonde hij in een afgezonderd huis, want hij was van het huis des HEEREN afgesneden; Jotham nu, zijn zoon, was over het huis des konings, richtende het volk des lands.
22 Het overige nu der geschiedenissen van Uzzia, de eerste en de laatste, heeft de profeet Jesaja, de zoon van Amos, beschreven.
23 En Uzzia ontsliep met zijn vaderen, en zij begroeven hem bij zijn vaderen, in het veld van de begrafenis, die van de koningen was; want zij zeiden: hij is melaats; en zijn zoon Jotham werd koning in zijn plaats.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.