2 Kronieken 28:19

19 Want de HEERE vernederde Juda, om der wille van Achaz, den koning Israels; want hij had Juda afgetrokken, dat het gans zeer overtrad tegen den HEERE.

2 Kronieken 28:19 Meaning and Commentary

2 Chronicles 28:19

For the Lord brought Judah low because of Ahaz king of Israel,
&c.] Because of his impieties and idolatries, which the people by his example went into; he is called king of Israel, because he walked in the ways of the kings of Israel, and because he ruled over two of the tribes of Israel, and of right was king over all Israel, as David and Solomon his ancestors were; though the Vulgate Latin, Septuagint, and Syriac versions, read, king of Judah; and so the Targum: "for he made Judah naked"; stripped them of their religion, and the worship of God, and so of the divine protection, whereby they were exposed to their enemies, see ( Exodus 32:25 ) the Targum is,

``for the house of Judah ceased from the worship of the Lord;''

transgressed sore against the Lord;
by committing gross idolatry the same Targum is,

``they dealt falsely with the Word of the Lord.''

2 Kronieken 28:19 In-Context

17 Daarenboven waren ook de Edomieten gekomen, en hadden Juda geslagen en gevangenen gevankelijk weggevoerd.
18 Daartoe waren de Filistijnen in de steden der laagte en het zuiden van Juda ingevallen, en hadden ingenomen Beth-Semes, en Ajalon, en Gederoth, en Socho en haar onderhorige plaatsen, en Timna en haar onderhorige plaatsen, en Gimzo en haar onderhorige plaatsen; en zij woonden aldaar.
19 Want de HEERE vernederde Juda, om der wille van Achaz, den koning Israels; want hij had Juda afgetrokken, dat het gans zeer overtrad tegen den HEERE.
20 En Tiglath-Pilneser, de koning van Assyrie, kwam tot hem; doch hij benauwde hem, en sterkte hem niet.
21 Want Achaz nam een deel van het huis des HEEREN, en van het huis des konings en der vorsten, hetwelk hij den koning van Assyrie gaf; maar hij hielp hem niet.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.