2 Kronieken 29:5

5 En hij zeide tot hen: Hoort mij, o Levieten; heiligt nu uzelven, en heiligt het huis des HEEREN, des Gods uwer vaderen, en brengt de onreinigheid uit van het heiligdom.

2 Kronieken 29:5 Meaning and Commentary

2 Chronicles 29:5

And said unto them, hear me, ye Levites; sanctify yourselves,
&c.] By washing their bodies and their garments, that no pollution might attend them in their service, see ( Isaiah 52:11 )

and sanctify the house of the Lord God of your fathers;
by carrying out of it all manner of uncleanness, as they did, ( 2 Chronicles 29:16 ) ,

and carry forth the filthiness out of the holy place;
or the abomination; the altar, like that at Damascus, which Ahaz, removing the altar of the Lord, had placed in the court of the priests; or, as Kimchi thinks, an idol, which he had set upon that altar.

2 Kronieken 29:5 In-Context

3 Dezelve deed in het eerste jaar zijner regering, in de eerste maand, de deuren van het huis des HEEREN open, en beterde ze.
4 En hij bracht de priesteren en de Levieten in, en hij verzamelde ze in de Ooststraat.
5 En hij zeide tot hen: Hoort mij, o Levieten; heiligt nu uzelven, en heiligt het huis des HEEREN, des Gods uwer vaderen, en brengt de onreinigheid uit van het heiligdom.
6 Want onze vaders hebben overtreden, en gedaan dat kwaad was in de ogen des HEEREN, onzes Gods, en hebben Hem verlaten, en zij hebben hun aangezichten van den tabernakel des HEEREN omgewend, en hebben den nek toegekeerd.
7 Ook hebben zij de deuren van het voorhuis toegesloten, en de lampen uitgeblust en het reukwerk niet gerookt; en het brandoffer hebben zij in het heiligdom aan de God Israels niet geofferd.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.