2 Samuël 13:5

5 En Jonadab zeide tot hem: Leg u op uw leger, en maak u krank; als dan uw vader zal komen om u te zien, zo zult gij tot hem zeggen: Dat toch mijn zuster Thamar kome, dat zij mij met brood spijzige, en de spijze voor mijn ogen toemake, opdat ik het aanzie, en van haar hand ete.

2 Samuël 13:5 Meaning and Commentary

2 Samuel 13:5

And Jonadab said unto him
Being a subtle man, he presently formed a scheme to relieve him, and open a way for the enjoyment of what he desired:

lay thee down on thy bed, and make thyself sick;
feign thyself sick, pretend that thou art so, by lying down on the bed, and making complaints of one kind or another:

and when thy father cometh to see thee;
as he quickly would, after hearing of his illness, being very affectionate to his children:

say unto him, I pray thee let, my sister Tamar come, and give me meat;
here he is directed to call her not Absalom's sister, but his own, the more to cover his ill design upon her:

and dress the meat in my sight, that I may see [it], and eat [it] at
her hand;
pretending that his stomach was very weak and squeamish, that he could not eat anything which his servants dressed for him, and which he did not see done with his own eyes.

2 Samuël 13:5 In-Context

3 Doch Amnon had een vriend, wiens naam was Jonadab, een zoon van Simea, Davids broeder; en Jonadab was een zeer wijs man.
4 Die zeide tot hem: Waarom zijt gij van morgen tot morgen zo mager, gij koningszoon, zult gij het mij niet te kennen geven? Toen zeide Amnon tot hem: Ik heb Thamar, de zuster van mijn broeder Absalom, lief.
5 En Jonadab zeide tot hem: Leg u op uw leger, en maak u krank; als dan uw vader zal komen om u te zien, zo zult gij tot hem zeggen: Dat toch mijn zuster Thamar kome, dat zij mij met brood spijzige, en de spijze voor mijn ogen toemake, opdat ik het aanzie, en van haar hand ete.
6 Amnon dan legde zich, en maakte zich krank. Toen nu de koning kwam om hem te zien, zeide Amnon tot den koning: Dat toch mijn zuster Thamar kome, dat zij twee koekjes voor mijn ogen toemake, en ik van haar hand ete.
7 Toen zond David heen tot Thamar in het huis, zeggende: Ga toch heen in het huis van uw broeder Amnon, en maak hem een spijze.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.