2 Samuël 19:39

39 Toen nu al het volk over de Jordaan gegaan was, en de koning ook was overgegaan, kuste de koning Barzillai, en zegende hem; alzo keerde hij weder naar zijn plaats.

2 Samuël 19:39 Meaning and Commentary

2 Samuel 19:39

And all the people went over Jordan
That were with David:

and when the king was come over;
over Jordan, had got to the other side of it, whither Barzillai accompanied him:

the king kissed Barzillai, and blessed him;
took his leave of him with a kiss, as friends were wont to do at parting, thanked him for all his favours, wished him well, and prayed to God to bless him with all blessings temporal and spiritual:

and he returned to his own place:
his own city Rogelim, having crossed over again the river Jordan.

2 Samuël 19:39 In-Context

37 Laat toch uw knecht wederkeren, dat ik sterve in mijn stad, bij het graf mijns vaders en mijner moeder; maar zie, daar is uw knecht Chimham, laat dien met mijn heer den koning overtrekken, en doe hem, wat goed is in uw ogen.
38 Toen zeide de koning: Chimham zal met mij overtrekken, en ik zal hem doen, wat goed is in uw ogen; ja, alles, wat gij op mij begeren zult, zal ik u doen.
39 Toen nu al het volk over de Jordaan gegaan was, en de koning ook was overgegaan, kuste de koning Barzillai, en zegende hem; alzo keerde hij weder naar zijn plaats.
40 En de koning toog voort naar Gilgal, en Chimham toog met hem voort; en al het volk van Juda had den koning overgevoerd, als ook een gedeelte van het volk Israels.
41 En ziet, alle mannen van Israel kwamen tot den koning; en zij zeiden tot den koning: Waarom hebben u onze broeders, de mannen van Juda, gestolen, en hebben den koning en zijn huis over de Jordaan gevoerd, en alle mannen Davids met hem?
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.