2 Samuël 19:37

37 Laat toch uw knecht wederkeren, dat ik sterve in mijn stad, bij het graf mijns vaders en mijner moeder; maar zie, daar is uw knecht Chimham, laat dien met mijn heer den koning overtrekken, en doe hem, wat goed is in uw ogen.

2 Samuël 19:37 Meaning and Commentary

2 Samuel 19:37

Let thy servant, I pray thee, turn back again
To his own city, after he is gone ever Jordan, and seen the king a little way on his journey:

that I may die in my own city:
the city of Rogelim, where perhaps he was born, and had lived all his days, and where it is natural for people to desire to die, even in their native place:

[and be buried] by the grave of my father, and of my mother:
or "in" their grave, as Kimchi and Ben Melech, in the sepulchre of his fathers, where men usually choose to be buried:

but behold, thy servant Chimham:
who was his son; and so the Syriac and Arabic versions express it, my son Chimham:

let him go over with my lord the king;
not only over Jordan, but to Jerusalem with him:

and do to him what shall seem good unto thee;
advance him, and put him into any post or office the king should think fit, or bestow a pension upon him, or give him an estate to live upon, or whatever he pleased.

2 Samuël 19:37 In-Context

35 Ik ben heden tachtig jaren oud; zou ik kunnen onderscheiden tussen goed en kwaad? Zou uw knecht kunnen smaken, wat ik eet en wat ik drink? Zoude ik meer kunnen horen naar de stem der zangers en zangeressen? En waarom zou uw knecht mijn heer den koning verder tot een last zijn?
36 Uw knecht zal maar een weinig met den koning over de Jordaan gaan; waarom toch zou mij de koning zulk een vergelding doen?
37 Laat toch uw knecht wederkeren, dat ik sterve in mijn stad, bij het graf mijns vaders en mijner moeder; maar zie, daar is uw knecht Chimham, laat dien met mijn heer den koning overtrekken, en doe hem, wat goed is in uw ogen.
38 Toen zeide de koning: Chimham zal met mij overtrekken, en ik zal hem doen, wat goed is in uw ogen; ja, alles, wat gij op mij begeren zult, zal ik u doen.
39 Toen nu al het volk over de Jordaan gegaan was, en de koning ook was overgegaan, kuste de koning Barzillai, en zegende hem; alzo keerde hij weder naar zijn plaats.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.