2 Samuël 2:14

14 En Abner zeide tot Joab: Laat zich nu de jongens opmaken, en voor ons aangezicht spelen. En Joab zeide: Laat hen zich opmaken.

2 Samuël 2:14 Meaning and Commentary

2 Samuel 2:14

And Abner said to Joab
Perceiving he made no motion towards an engagement with him, his orders from David being only to act on the defensive, and avoid as much as possible the effusion of blood:

let the young men now arise, and play before us;
with their swords after the manner of gladiators or duellers; that it might appear who were best skilled in the use of the sword, and who were the bravest, stoutest, and most courageous; and this he proposed in a way of bravado, and in order to bring on a battle, or to decide the quarrel between them; and this bloody barbarous exercise Abner calls play, as if it was a diversion and pastime to see men wounding and killing one another:

and Joab said, let them arise;
he accepted the challenge, not caring to be hectored and bullied by Abner.

2 Samuël 2:14 In-Context

12 Toen toog Abner, de zoon van Ner, uit, met de knechten van Isboseth, den zoon van Saul, van Mahanaim naar Gibeon.
13 Joab, de zoon van Zeruja, en de knechten van David, togen ook uit; en zij ontmoetten elkander bij den vijver van Gibeon; en zij bleven, deze aan deze zijde des vijvers, en die aan gene zijde des vijvers.
14 En Abner zeide tot Joab: Laat zich nu de jongens opmaken, en voor ons aangezicht spelen. En Joab zeide: Laat hen zich opmaken.
15 Toen maakten zich op, en gingen over in getal, twaalf van Benjamin, te weten voor Isboseth, Sauls zoon, en twaalf van Davids knechten.
16 En de een greep den ander bij het hoofd, en stiet zijn zwaard in de zijde des anderen, en zij vielen te zamen; daarvan noemde men dezelve plaats Chelkath-Hazurim, die bij Gibeon is.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.