2 Samuël 21:7

7 Doch de koning verschoonde Mefiboseth, den zoon van Jonathan, den zoon van Saul, om den eed des HEEREN, die tussen hen was, tussen David en tussen Jonathan, Sauls zoon.

2 Samuël 21:7 Meaning and Commentary

2 Samuel 21:7

But the king spared Mephibosheth, the son of Jonathan, the son
of Saul
As they did not name particular persons, only required seven sons, it was at the option of the king what sons to deliver to them, and therefore kept back Mephibosheth, who is thus described, to distinguish him from a son of Saul's of the same name, after mentioned:

because of the Lord's oath that [was] between them, between David and
Jonathan the son of Saul;
not merely or only out of affection to Mephibosheth, but because of the oath, that he might not be guilty of the same crime Saul was in slaying the Gibeonites.

2 Samuël 21:7 In-Context

5 En zij zeiden tot den koning: De man die ons te niet gemaakt, en tegen ons gedacht heeft, dat wij zouden verdelgd worden, zonder te kunnen bestaan in enige landpale van Israel;
6 Laat ons zeven mannen van zijn zonen gegeven worden, dat wij hen den HEERE ophangen te Gibea Sauls, o, gij verkorene des HEEREN! En de koning zeide: Ik zal hen geven.
7 Doch de koning verschoonde Mefiboseth, den zoon van Jonathan, den zoon van Saul, om den eed des HEEREN, die tussen hen was, tussen David en tussen Jonathan, Sauls zoon.
8 Maar de koning nam de twee zonen van Rizpa, dochter van Aja, die zij Saul gebaard had, Armoni en Mefiboseth; daartoe de vijf zonen van Michals zuster, Sauls dochter, die zij Adriel, den zoon van Barzillai, den Meholathiet, gebaard had;
9 En hij gaf hen in de hand der Gibeonieten, die ze ophingen op den berg voor het aangezicht des HEEREN; en die zeven vielen tegelijk; en zij werden gedood in de dagen van den oogst, in de eerste dagen, in het begin van den gersteoogst.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.