2 Samuël 24:14

14 Toen zeide David tot Gad: Mij is zeer bange; laat ons toch in de hand des HEEREN vallen, want Zijn barmhartigheden zijn vele, maar laat mij in de hand van mensen niet vallen.

2 Samuël 24:14 Meaning and Commentary

2 Samuel 24:14

And David said unto Gad, I am in a great strait
Not knowing well which to choose, each of them being so grievous, and an answer being to be returned immediately; but by his next words, and by the event, it seems he chose the pestilence, though that is not expressly said:

let us fall now into the hand of the Lord;
the Targum in ( 1 Chronicles 21:13 ) , is

``into the hand of the Word of the Lord:''

(for his mercies [are] great), and let me not fall into the hand of
men;
indeed all the three judgments mentioned are by the hand of the Lord whenever they come; but in the pestilence the hand of the Lord is more visible, it coming immediately from his hand, as especially this was to do, and did; it did not arise from second causes, a noxious air, &c. but by means of an angel of God: David chose this, because he and his people would have nothing to do with men, as in famine they must have gone into other countries for food, and in war flee before their enemies, and lie at their mercy, and either of them more disgraceful than this; and which he might the rather choose on his own account, that his people might not be able to say he sought himself and his own interest; for had he chosen famine, as his people had been lately distressed that way already, they might, besides urging that, say, that he could lay up stores for himself and family; or had he chosen war, they might observe he had fortified places to flee to, one after another, and shelter himself; but for the arrows of the pestilence he was as likely a mark as the meanest of his subjects: but what seems to have moved him chiefly to make this choice is, that it would not only be the soonest over, but that it wholly depended on the pleasure of God what use he would make of it in that time; and chiefly because he knew God was gracious and merciful, and it was upon his great mercy he cast himself and his people.

2 Samuël 24:14 In-Context

12 Ga heen, en spreek tot David: Alzo zegt de HEERE: Drie dingen draag Ik u voor; verkies u een uit die, dat Ik u doe.

13 Zo kwam Gad tot David, en maakte het hem bekend, en zeide tot hem: Zal u een honger van zeven jaren in uw land komen? Of wilt gij drie maanden vlieden voor het aangezicht uwer vijanden, dat die u vervolgen? Of dat er drie dagen pestilentie in uw land zij? Merk nu, en zie toe, wat antwoord ik Dien zal wederbrengen, Die mij gezonden heeft.

14 Toen zeide David tot Gad: Mij is zeer bange; laat ons toch in de hand des HEEREN vallen, want Zijn barmhartigheden zijn vele, maar laat mij in de hand van mensen niet vallen.

15 Toen gaf de HEERE een pestilentie in Israel, van den morgen af tot den gezetten tijd toe; en er stierven van het volk, van Dan tot Ber-seba toe, zeventig duizend mannen.

16 Toen nu de engel zijn hand uitstrekte over Jeruzalem, om haar te verderven, berouwde het den HEERE over dat kwaad, en Hij zeide tot den engel, die het verderf onder het volk maakte: Het is genoeg, trek uw hand nu af. De engel des HEEREN nu was bij den dorsvloer van Arauna, den Jebusiet.