Daniël 1:17

17 Aan deze vier jongelingen nu gaf God wetenschap en verstand in alle boeken, en wijsheid; maar Daniel gaf Hij verstand in allerlei gezichten en dromen.

Daniël 1:17 Meaning and Commentary

Daniel 1:17

As for these four children, God gave them knowledge and
skill in all learning and wisdom
As they prospered in their bodies, they succeeded in their studies, and improved in their minds, and became great proficients in all kind of lawful and useful knowledge; not owing so much to their own sagacity and diligence, and the goodness and ability of their teachers, as to the blessing of God on their instructions and studies; for, as all natural, so all acquired parts are to be ascribed to God; and which these were favoured with by him in a very great manner, to answer some purposes of his. This is to be understood, not of magic art, vain philosophy, judicial astrology, to which the Chaldeans were addicted; but of learning and wisdom, laudable and useful, both in things natural and political; for these men, who scrupled eating and drinking what came from the king's table, would never indulge themselves in the study of vain, curious, and unlawful knowledge; much less would God have blessed the study of such things, and still less be said to give them knowledge and skill therein: and Daniel had understanding in all visions and dreams;
besides knowledge and skill in all learning and wisdom, in languages and sciences, in common with the other young men; he had the honour of seeing very remarkable visions of future things, and of interpreting dreams; and this not by rules of art, such as the Oneirocritics use, but by the gift of God; of which many singular instances follow in this book.

Daniël 1:17 In-Context

15 Ten einde nu der tien dagen, zag men dat hun gedaanten schoner waren, en zij vetter waren van vlees dan al de jongelingen, die de stukken van de spijze des konings aten.
16 Toen geschiedde het, dat Melzar de stukken hunner spijs wegnam, mitsgaders den wijn huns dranks, en hij gaf hun van het gezaaide.
17 Aan deze vier jongelingen nu gaf God wetenschap en verstand in alle boeken, en wijsheid; maar Daniel gaf Hij verstand in allerlei gezichten en dromen.
18 Ten einde nu der dagen, waarvan de koning gezegd had, dat men hen zou inbrengen, zo bracht ze de overste der kamerlingen in voor het aangezicht van Nebukadnezar,
19 En de koning sprak met hen; doch er werd uit hen allen niemand gevonden, gelijk Daniel, Hananja, Misael en Azarja; en zij stonden voor het aangezicht des konings.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.