Daniël 3:20

20 En tot de sterkste mannen van kracht, die in zijn heir waren, zeide hij, dat zij Sadrach, Mesach en Abed-nego binden zouden, om te werpen in den oven des brandenden vuurs.

Daniël 3:20 Meaning and Commentary

Daniel 3:20

And he commanded the most mighty men that were in his army,
&c.] The most famous for courage of mind, and strength of body, that were in all his army: to bind Shadrach, Meshach, and Abednego
either their hands or their feet, or both; unless it can be thought that they were all three bound together in one bundle, and so cast into the furnace; which is not improbable, as Gejerus observes; seeing the king afterwards wondered to see them walk separately in the furnace: there was no need to bind them, for they would not have resisted; and if he ordered this to secure them from the power of their God, it was vain and foolish: and to cast them into the burning fiery furnace:
if they were all three bound together, it required some able bodied men to take them up and cast them in, especially if the furnace was above them; though it is more probable that it was a more depressed place, or below them, and so the cast was more easy.

Daniël 3:20 In-Context

18 Maar zo niet, u zij bekend, o koning! dat wij uw goden niet zullen eren, noch het gouden beeld, dat gij hebt opgericht, zullen aanbidden.

19 Toen werd Nebukadnezar vol grimmigheid, en de gedaante zijns aangezichts veranderde tegen Sadrach, Mesach en Abed-nego; hij antwoordde en zeide, dat men den oven zevenmaal meer heet zou maken dan men dien pleegt heet te maken.

20 En tot de sterkste mannen van kracht, die in zijn heir waren, zeide hij, dat zij Sadrach, Mesach en Abed-nego binden zouden, om te werpen in den oven des brandenden vuurs.

21 Toen werden die mannen gebonden in hun mantels, hun broeken, en hun hoeden, en hun andere klederen, en zij wierpen hen in het midden van den oven des brandenden vuurs.

22 Daarom dan, dewijl het woord des konings aandreef, en de oven zeer heet was, zo hebben de vonken des vuurs die mannen, die Sadrach, Mesach en Abed-nego opgeheven hadden, gedood.