Daniël 3:22

22 Daarom dan, dewijl het woord des konings aandreef, en de oven zeer heet was, zo hebben de vonken des vuurs die mannen, die Sadrach, Mesach en Abed-nego opgeheven hadden, gedood.

Daniël 3:22 Meaning and Commentary

Daniel 3:22

And therefore, because the king's commandment was urgent
Or was ordered to be obeyed in haste, and with expedition and dispatch, hence the men were cast into the furnace with clothes on; or those that cast them were not so careful of themselves: and the furnace exceeding hot;
being heated seven times more than usual: the flame of the fire slew those men that took up Shadrach, Meshach,
and Abednego;
which came out of the furnace, being so excessive hot, and the smoke along with it; so that when those men took up the three children, and brought them so near to it as was necessary to cast them in, the flame and smoke catched their breath, and suffocated them; who might be men that advised the king to such cruel measures, or however were very ready, out of ill will to these good men, to execute them, and therefore righteously perished in their sins: in the Apocrypha it is said, that the flame issued out forty nine cubits above the furnace.

``So that the flame streamed forth above the furnace forty and nine cubits.'' Song of the Three Holy Children 1:24

Daniël 3:22 In-Context

20 En tot de sterkste mannen van kracht, die in zijn heir waren, zeide hij, dat zij Sadrach, Mesach en Abed-nego binden zouden, om te werpen in den oven des brandenden vuurs.

21 Toen werden die mannen gebonden in hun mantels, hun broeken, en hun hoeden, en hun andere klederen, en zij wierpen hen in het midden van den oven des brandenden vuurs.

22 Daarom dan, dewijl het woord des konings aandreef, en de oven zeer heet was, zo hebben de vonken des vuurs die mannen, die Sadrach, Mesach en Abed-nego opgeheven hadden, gedood.

23 Maar als die drie mannen, Sadrach, Mesach en Abed-nego, in het midden van den oven des brandenden vuurs, gebonden zijnde, gevallen waren,

24 Toen ontzette zich de koning Nebukadnezar, en hij stond op in der haast, antwoordde en zeide tot zijn raadsheren: Hebben wij niet drie mannen in het midden des vuurs, gebonden zijnde, geworpen? Zij antwoordden en zeiden tot den koning: Het is gewis, o koning!