Daniël 6:21

21 Als hij nu tot den kuil genaderd was, riep hij tot Daniel met een droeve stem; de koning antwoordde en zeide tot Daniel: O Daniel, gij knecht des levenden Gods! heeft ook uw God, Dien gij geduriglijk eert, u van de leeuwen kunnen verlossen?

Daniël 6:21 Meaning and Commentary

Daniel 6:21

Then said Daniel unto the king
Whose voice he knew, though the tone of it was so much altered: O king, live for ever;
he does not reproach him for delivering him into the hands of his enemies, and suffering him to be cast into that place, which he might have prevented, had he had more resolution; he knew it was done with reluctance, though with weakness; which he does not upbraid him with, but freely forgives him, and wishes him health, long life, and prosperity.

Daniël 6:21 In-Context

19 Toen ging de koning naar zijn paleis, en overnachtte nuchteren, en liet geen vreugdespel voor zich brengen; en zijn slaap week verre van hem.
20 Toen stond de koning in den vroegen morgenstond met het licht op, en hij ging met haast henen tot den kuil der leeuwen.
21 Als hij nu tot den kuil genaderd was, riep hij tot Daniel met een droeve stem; de koning antwoordde en zeide tot Daniel: O Daniel, gij knecht des levenden Gods! heeft ook uw God, Dien gij geduriglijk eert, u van de leeuwen kunnen verlossen?
22 Toen sprak Daniel tot den koning: O koning, leef in eeuwigheid!
23 Mijn God heeft Zijn engel gezonden, en Hij heeft den muil der leeuwen toegesloten, dat zij mij niet beschadigd hebben, omdat voor Hem onschuld in mij gevonden is; ook heb ik, o koning! tegen u geen misdaad gedaan.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.