Daniël 7:14

14 En Hem werd gegeven heerschappij, en eer, en het Koninkrijk, dat Hem alle volken, natien en tongen eren zouden; Zijn heerschappij is een eeuwige heerschappij, die niet vergaan zal, en Zijn Koninkrijk zal niet verdorven worden.

Daniël 7:14 Meaning and Commentary

Daniel 7:14

And there was given him dominion, and glory, and a kingdom,
&c.] That is, a large, powerful, and glorious kingdom; not but that he had a kingdom before, but now it will be more extensive, and appear in greater glory: this will be fulfilled when the kingdoms of this world shall become his, and all nations shall serve and worship him, ( Revelation 11:15 ) ( Revelation 15:3 Revelation 15:4 ) , as follows: that all people, nations, and languages, should serve him;
embrace his Gospel, submit to his ordinances serve and worship him in every religious duty; every people, of all nations, and of every language under heaven; which will be the case when the everlasting Gospel will be preached to them all with success, ( Revelation 14:6 ) ( Psalms 72:11 ) : his dominion is an everlasting dominion;
it shall never have an end, as the rest of the monarchies, signified by the four beasts, have had, or will have; see ( Psalms 14:6 ) ( Isaiah 9:7 ) : which shall not pass away;
or be removed from one to another, like the above monarchies: and his kingdom that which shall not be destroyed;
or "corrupted" ^F26 abolished and brought to nothing, as the said monarchies were one by another; and, at last, all of them by the stone cut out of the mountain; see ( Daniel 2:44 ) .

---

FOOTNOTES:

F26 (lbxtt) "corrumpetur", Pagninus, Montanus; "corrumpitur", Junius & Tremellius, Piscator, Coccceus.

Daniël 7:14 In-Context

12 Aangaande ook de overige dieren, men nam hun heerschappij weg, want verlenging van het leven was hun gegeven tot tijd en stonde toe.

13 Verder zag ik in de nachtgezichten, en ziet, er kwam Een met de wolken des hemels, als eens mensen zoon, en Hij kwam tot den Oude van dagen, en zij deden Hem voor Denzelven naderen.

14 En Hem werd gegeven heerschappij, en eer, en het Koninkrijk, dat Hem alle volken, natien en tongen eren zouden; Zijn heerschappij is een eeuwige heerschappij, die niet vergaan zal, en Zijn Koninkrijk zal niet verdorven worden.

15 Mij, Daniel werd mijn geest doorstoken in het midden van het lichaam, en de gezichten mijns hoofds verschrikten mij.

16 Ik naderde tot een dergenen, die daar stonden, en verzocht van hem de zekerheid over dit alles; en hij zeide ze mij, en gaf mij de uitlegging dezer zaken te kennen.