Deuteronomium 18:20

20 Maar de profeet, die hoogmoediglijk zal handelen, sprekende een woord in Mijn Naam, hetwelk Ik hem niet geboden heb te spreken, of die spreken zal in den naam van andere goden, dezelve profeet zal sterven.

Deuteronomium 18:20 Meaning and Commentary

Deuteronomy 18:20

But the prophet which shall presume to speak in my name
Pretending a mission and commission from God, and yet was never sent by him, like the prophets in ( Jeremiah 23:21 ) ,

which I have not commanded him to speak;
which though true was not to be spoken in a public manner, by assuming a public office, without a divine authority or a commission from God, and much less what was false, and never commanded to be spoken at all by any:

or, that shall speak in the name of other gods;
the idols of the people, as the Targum; as if any should affirm they were sent by Jove, or inspired by Apollo, as some are said to prophesy by Baal, as if they had received their orders and instructions from him, and were inspired by him, ( Jeremiah 2:8 )

even that prophet shall die;
the Targum of Jonathan is, be killed by the sword, but the Jews ^F17 generally interpret it of strangling.

---

FOOTNOTES:

F17 Misn. Sanhedrin, c. 10. sect. 1. Bartenora in ib sect. 5. and Jarchi in loc.

Deuteronomium 18:20 In-Context

18 Een Profeet zal Ik hun verwekken uit het midden hunner broederen, als u; en Ik zal Mijn woorden in Zijn mond geven, en Hij zal tot hen spreken alles, wat Ik Hem gebieden zal.

19 En het zal geschieden, de man, die niet zal horen naar Mijn woorden, die Hij in Mijn Naam zal spreken, van dien zal Ik het zoeken.

20 Maar de profeet, die hoogmoediglijk zal handelen, sprekende een woord in Mijn Naam, hetwelk Ik hem niet geboden heb te spreken, of die spreken zal in den naam van andere goden, dezelve profeet zal sterven.

21 Zo gij dan in uw hart zoudt mogen zeggen: Hoe zullen wij het woord kennen, dat de HEERE niet gesproken heeft?

22 Wanneer die profeet in den Naam des HEEREN zal hebben gesproken, en dat woord geschiedt niet, en komt niet; dat is het woord, dat de HEERE niet gesproken heeft; door trotsheid heeft die profeet dat gesproken; gij zult voor hem niet vrezen.