Deuteronomium 18:18

18 Een Profeet zal Ik hun verwekken uit het midden hunner broederen, als u; en Ik zal Mijn woorden in Zijn mond geven, en Hij zal tot hen spreken alles, wat Ik Hem gebieden zal.

Deuteronomium 18:18 Meaning and Commentary

Deuteronomy 18:18

I will raise them up a prophet from among their brethren like
unto thee
So that it seems this promise or prophecy was first made at Mount Sinai, but now renewed and repeated, and which is nowhere else recorded; see ( Deuteronomy 18:15 ) when they were not only made easy for the present by appointing Moses to receive from the Lord all further notices of his mind and will, but were assured that when it was his pleasure to make a new revelation, or a further discovery of his mind and will, in future times, he would not do it in that terrible way he had delivered the law to them; but would raise up a person of their own flesh and blood, by whom it should be delivered, which was sufficient to prevent their fears for the future:

and will put my word in his mouth;
the doctrines of the Gospel, which come from God, and are the words of truth, faith, righteousness, peace, pardon, life, and salvation; and which Christ says were not his own, as man and Mediator, but his Father's, which he gave unto him, and put into his mouth, as what he should say, teach, and deliver to others; see ( John 7:16 ) ( 8:28 ) ( John 17:6 John 17:8 )

and he shall speak unto them all that I shall command him;
nor did he keep back, but faithfully declared the whole counsel of God; and as he gave him a commandment what he should say, and what he should speak, he was entirely obedient to it; see ( John 12:49 John 12:50 ) ( 15:15 ) .

Deuteronomium 18:18 In-Context

16 Naar alles, wat gij van den HEERE, uw God, aan Horeb, ten dage der verzameling, geeist hebt, zeggende: Ik zal niet voortvaren te horen de stem des HEEREN, mijns Gods, en ditzelve grote vuur zal ik niet meer zien, dat ik niet sterve.

17 Toen zeide de HEERE tot mij: Het is goed, wat zij gesproken hebben.

18 Een Profeet zal Ik hun verwekken uit het midden hunner broederen, als u; en Ik zal Mijn woorden in Zijn mond geven, en Hij zal tot hen spreken alles, wat Ik Hem gebieden zal.

19 En het zal geschieden, de man, die niet zal horen naar Mijn woorden, die Hij in Mijn Naam zal spreken, van dien zal Ik het zoeken.

20 Maar de profeet, die hoogmoediglijk zal handelen, sprekende een woord in Mijn Naam, hetwelk Ik hem niet geboden heb te spreken, of die spreken zal in den naam van andere goden, dezelve profeet zal sterven.