Deuteronomium 2:27

27 Laat mij door uw land doortrekken; ik zal alleenlijk langs den weg voorttrekken; ik zal noch ter rechterhand noch ter linkerhand uitwijken.

Deuteronomium 2:27 Meaning and Commentary

Deuteronomy 21:27

Let me pass through thy land (See Gill on Numbers 21:22),

I will go along by the highway;
the king's highway, as in the place referred to, the public road:

I will neither turn to the right hand nor to the left;
to go into his fields and vineyards, and gather the fruit, or tread down the corn and vines, or do any manner of mischief to them; see the above place.

Deuteronomium 2:27 In-Context

25 Te dezen dage zal Ik beginnen uw schrik en uw vreze te geven over het aangezicht der volken, onder den gansen hemel; die uw gerucht zullen horen, die zullen sidderen, en bang zijn van uw aangezicht.
26 Toen zond ik boden uit de woestijn Kedemot tot Sihon, den koning van Hesbon, met woorden van vrede, zeggende:
27 Laat mij door uw land doortrekken; ik zal alleenlijk langs den weg voorttrekken; ik zal noch ter rechterhand noch ter linkerhand uitwijken.
28 Verkoop mij spijze voor geld, dat ik ete, en geef mij water voor geld, dat ik drinke; alleenlijk laat mij op mijn voeten doortrekken;
29 Gelijk de kinderen van Ezau, die in Seir wonen, en de Moabieten, die in Ar wonen, mij gedaan hebben; totdat ik over de Jordaan kome in het land, dat de HEERE, onze God, ons geven zal.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.