Deuteronomium 21:16

16 Zo zal het geschieden, ten dage als hij zijn zonen zal doen erven wat hij heeft, dat hij niet zal vermogen de eerstgeboorte te geven aan den zoon der beminde, voor het aangezicht van den zoon der gehate, die de eerstgeborene is.

Deuteronomium 21:16 Meaning and Commentary

Deuteronomy 21:16

Then it shall be, when he maketh his sons to inherit that
which he hath
By a will in writing, or byword of mouth, or by a deed of gift, actually bestowing his goods upon them, and dividing among them what he is for the present possessed of; see ( Luke 15:12 ) ,

that he may not make the son of the beloved firstborn before the son
of the hated, [which is] indeed the firstborn;
that is, when such is the case, that the son of his wife he has the least value for is really his firstborn, he may not, through favour and affection to the wife he loves better, prefer her son, and declare him to be the firstborn, by devising to him or bestowing on him the double portion of his goods; for so to do would not be right, or agreeably to the will and law of God; for though previous to this law the birthright was given to Joseph, the eldest son of Rachel, the most beloved wife of Jacob, before Reuben who was the son of Leah, less beloved by him, and was in fact his firstborn; yet this was owing to the sin of Reuben, and by the appointment of God; see ( Genesis 49:3 Genesis 49:4 ) ( 1 Chronicles 5:2 1 Chronicles 5:3 ) .

Deuteronomium 21:16 In-Context

14 En het zal geschieden, indien gij geen behagen in haar hebt, dat gij haar zult laten gaan naar haar begeerte; doch gij zult haar geenszins voor geld verkopen, gij zult met haar geen gewin drijven, daarom dat gij haar vernederd hebt.
15 Wanneer een man twee vrouwen heeft, een beminde, en een gehate; en de beminde en de gehate hem zonen zullen gebaard hebben, en de eerstgeboren zoon van de gehate zal zijn;
16 Zo zal het geschieden, ten dage als hij zijn zonen zal doen erven wat hij heeft, dat hij niet zal vermogen de eerstgeboorte te geven aan den zoon der beminde, voor het aangezicht van den zoon der gehate, die de eerstgeborene is.
17 Maar den eerstgeborene, den zoon der gehate, zal hij kennen, gevende hem het dubbele deel van alles, wat bij hem zal worden gevonden; want hij is het beginsel zijner kracht, het recht der eerstgeboorte is het zijne.
18 Wanneer iemand een moedwilligen en wederspannigen zoon heeft, die de stem zijns vaders en de stem zijner moeder niet gehoorzaam is; en zij hem gekastijd zullen hebben, en hij naar hen niet horen zal,
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.