Deuteronomium 22:26

26 Maar de jonge dochter zult gij niets doen; de jonge dochter heeft geen zonde des doods; want gelijk of een man tegen zijn naaste opstond, en sloeg hem dood aan het leven, alzo is deze zaak.

Deuteronomium 22:26 Meaning and Commentary

Deuteronomy 22:26

But unto the damsel thou shalt do nothing
Neither fine her, nor beat her, and much less punish her with death:

there is in the damsel no sin worthy of death;
because what was done to her was done without her will and consent, and was what she was forced to submit unto; but the Targum of Jonathan adds, that the man to whom she was betrothed might dismiss her from himself by a bill of divorce:

for as when a man riseth against his neighbour, and slayeth him, even
so is this matter;
as when a man comes unawares upon another, and lays hold on him, and kills him, being stronger than he, and none to help; so is the case of a woman laid hold on by a man in a field, and ravished by him, where no help could be had; and depriving a woman of her chastity is like taking away a man's life; from this passage Maimonides F3 concludes, that impurities, incests, and adulteries, are equal to murder, to capital cases relating to life and death.


FOOTNOTES:

F3 Hilchot Yesode Hattorah, c. 5. sect. 10.

Deuteronomium 22:26 In-Context

24 Zo zult gij ze beiden uitbrengen tot de poort derzelver stad, en gij zult hen met stenen stenigen, dat zij sterven; de jonge dochter, ter oorzake, dat zij niet geroepen heeft in de stad, en den man, ter oorzake dat hij zijns naasten vrouw vernederd heeft; zo zult gij het boze uit het midden van u wegdoen.
25 En indien een man een ondertrouwde jonge dochter in het veld gevonden, en de man haar verkracht en bij haar gelegen zal hebben, zo zal de man, die bij haar gelegen heeft, alleen sterven;
26 Maar de jonge dochter zult gij niets doen; de jonge dochter heeft geen zonde des doods; want gelijk of een man tegen zijn naaste opstond, en sloeg hem dood aan het leven, alzo is deze zaak.
27 Want hij heeft haar in het veld gevonden; de ondertrouwde jonge dochter riep, en er was niemand, die haar verloste.
28 Wanneer een man een jonge dochter zal gevonden hebben, die een maagd is, dewelke niet ondertrouwd is, en haar zal gegrepen en bij haar gelegen hebben, en zij gevonden zullen zijn;
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.