Deuteronomium 28:41

41 Zonen en dochteren zult gij gewinnen, maar zij zullen voor u niet zijn; want zij zullen in gevangenis gaan.

Deuteronomium 28:41 Meaning and Commentary

Deuteronomy 28:41

Thou shalt beget sons and daughters, but thou shall not enjoy
them
Or, "they shall not be thine" F17; being taken from them, and given to others, see ( Deuteronomy 28:32 ) ; and for the following reason:

for they shall go into captivity;
as when the ten tribes were carried captive by Shalmaneser, and the two tribes by Nebuchadnezzar, and all the people of the Jews by the Romans.


FOOTNOTES:

F17 (Kl wyhy alw) "et non erunt tibi", Pagninus, Montanus.

Deuteronomium 28:41 In-Context

39 Wijngaarden zult gij planten, en bouwen, maar gij zult geen wijn drinken, noch iets vergaderen; want de worm zal het afeten.
40 Olijfbomen zult gij hebben in al uw landpalen, maar gij zult u met olie niet zalven; want uw olijfboom zal zijn vrucht afwerpen.
41 Zonen en dochteren zult gij gewinnen, maar zij zullen voor u niet zijn; want zij zullen in gevangenis gaan.
42 Al uw geboomte, en de vrucht uws lands zal het boos gewormte erfelijk bezitten.
43 De vreemdeling, die in het midden van u is, zal hoog, hoog boven u opklimmen; en gij zult laag, laag nederdalen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.